Gratis studiegids

De kracht van een gebaar

Een wereld zonder communicatie is haast niet voor te stellen. Communiceren doen we namelijk elke dag. Maar niet iedereen gebruikt een gesproken taal om te communiceren. Ook zonder gesproken woorden is er een rijke wereld van communicatie mogelijk. We gingen in gesprek met Gera Vonk-Huisjes (61), docente Nederlandse Gebarentaal bij NHA. Wat is gebarentaal precies? Is het moeilijk om te leren? En wat heeft haar ertoe aangezet om docente te worden? Je leest het in dit artikel!

 

Gebarentaal is een visueel-manuele taal die wordt gebruikt om betekenis over te dragen via gebaren, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal. Maar wist je dat gebarentaal overal ter wereld anders is? Ieder land heeft zo zijn eigen gebaren. In totaal zijn er ongeveer 140 verschillende gebarentalen.

Zo wordt in Nederland de Nederlandse Gebarentaal (NGT) gebruikt. Dit is ook de moedertaal van Gera. “Ik ben doof geworden toen ik anderhalf jaar oud was, als gevolg van een hersenvliesontsteking”, vertelt ze. “Deze vorm van doofheid noemen ze ook wel prelinguaal doof. Dat betekent dat je doof bent geworden voordat je een gesproken taal hebt geleerd.”
 


Gera: “Gebarentaal is dus mijn moedertaal. Het is een prachtige taal die ik graag met andere mensen deel.” De taal wordt door veel verschillende mensen geleerd en gebruikt. Niet alleen dove mensen maken er gebruik van, maar bijvoorbeeld ook slechthorenden, doofblinde mensen, mensen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) of mensen die een lichamelijke beperking hebben. Het is dus een belangrijk communicatiemiddel binnen de dovengemeenschap, maar ook daarbuiten.

“De cursisten die Nederlandse Gebarentaal willen leren, doen dit met verschillende redenen”, vertelt Gera. “Vaak zijn het familieleden van mensen die doof zijn en sommigen leren de taal omdat ze bijvoorbeeld een dove collega hebben. Maar er zijn ook mensen die de taal puur uit interesse leren.”

 

“Gebarentaal is mijn moedertaal. Het is een prachtige

taal die ik graag met andere mensen deel."

 

Verboden taal

De maatschappij stond helaas niet altijd positief tegenover het gebruik van gebaren. Zo was het tussen 1900 en 1980 zelfs verboden om gebaren te gebruiken in het dovenonderwijs. Men dacht toen dat het gebruik van gebarentaal het leren van de spreektaal in de weg zou staan. Er werd gedacht dat het beter was als dove kinderen leerden liplezen.

“Ik kan ook liplezen, maar dat kost me veel meer energie”, vertelt Gera. “Als iemand bijvoorbeeld de woorden beer, peer en meer uitspreekt, dan is dit met alleen liplezen lastig te onderscheiden. Maar maak je er een gebaar bij, dan is het meteen veel duidelijker.” Als kind ging Gera naar speciale dovenscholen in Groningen en Rotterdam. “Ik vond het heerlijk om daarheen te gaan”, vertelt ze. “We mochten toen op school nog geen gebarentaal gebruiken, maar ik deed dat stiekem in de pauze of na schooltijd. Ik kon zo veel makkelijker met de andere kinderen communiceren.”

Die communicatie was voor Gera thuis een stuk moeilijker omdat ze uit een horende familie komt. Gebarentaal was in die tijd ook nog helemaal niet gangbaar. “In de vakanties mocht ik altijd een vriendje of vriendinnetje van school uitnodigen. Mijn ouders zagen dan dat ik helemaal opleefde, omdat ik via gebarentaal veel makkelijker kon communiceren”, vertelt ze.

 

Iedereen kan gebarentaal leren

Sinds de jaren tachtig zijn er verschillende projecten en initiatieven opgestart met als doel om de Nederlandse Gebarentaal te standaardiseren. In 1998 pleitte Dovenschap, de belangenvereniging voor doven, al voor een erkenning van de taal. Uiteindelijk is de Nederlandse Gebarentaal pas op 1 juli 2021 door de Rijksoverheid officieel erkend als taal.

Veel mensen denken dat gebarentaal leren erg lastig is, maar dat valt gelukkig mee. Gera: “Iedereen kan het leren. Zelfs baby's maken gebruik van gebaren. En het is niet erg om fouten te maken. Dat is juist goed, want dan krijg je de kans om jezelf te verbeteren.” Cursisten moeten tijdens de cursus Gebarentaal ook video’s opsturen waarin ze gebarentaal oefenen. “Sommige cursisten vinden dat best moeilijk”, vertelt Gera. “Ik begrijp dat wel. Vaak moeten mensen in het begin even een drempel over, maar daarna wordt het steeds makkelijker.”

Gebarentaal is echt een beeldende taal. “Daardoor zijn sommige gebaren eigenlijk best logisch”, legt Gera uit. “Maar andere, abstractere begrippen zijn lastiger om te begrijpen. Die moet je dus gewoon uit je hoofd leren. En wist je dat gebarentaal ook een eigen grammatica heeft?” Binnen de dovencultuur is het ook gebruikelijk om een zogenaamd naamgebaar te hebben. Dat is een apart gebaar voor je eigen naam. Gera: “Mijn naamgebaar is bijvoorbeeld ‘werken’."

 

“Docent zijn geeft mij enorm veel voldoening. Kennis

delen is voor mij heel belangrijk.”

 

Passie voor onderwijs

Gera is al vier jaar docente Nederlandse Gebarentaal bij NHA. “Het contact met cursisten is heel warm”, vertelt ze. “Ze zijn heel enthousiast om meer te leren. Sommige cursisten sturen al na een paar dagen weer een nieuwe huiswerkopdracht in. Een keer kreeg ik tijdens de vakantie een hele leuke videoboodschap van een cursist. Dat was geen opdracht, maar dat had ze spontaan naar mij opgestuurd. Heel leuk vond ik dat!”

Behalve voor NHA werkt Gera ook voor een hogeschool, een welzijnsstichting en geeft ze privélessen. “Waarom ik docent NGT ben geworden? Ik was vrijwilliger voor de voorlichtingscommissie van de Stichting Welzijn Doven Rotterdam. Daar legde ik uit waar je rekening mee moet houden in de omgang met dove mensen”, vertelt Gera. “Ik merkte dat dat veel mensen interesseerde en dat ze altijd veel vragen stelden. Dat vond ik hartstikke leuk. Ik wilde graag mijn kennis en mijn ervaringen als doof persoon met hun delen, dus daarom besloot ik dat ik docent wilde worden.”

“Docent zijn geeft mij enorm veel voldoening. Kennis delen is voor mij heel belangrijk”, zegt Gera. Haar motivatie haalt ze voornamelijk uit de voortgang en groei van haar studenten. “Ik wil graag communicatie tussen iedereen mogelijk maken. Door anderen te helpen met het leren van gebarentaal kan ik ervoor zorgen dat mensen beter met elkaar kunnen communiceren. Dat vind ik heel mooi."

Om een goede docent te zijn, is het volgens Gera heel belangrijk dat je je vakkennis bijhoudt. “Gebarentaal is altijd in ontwikkeling. Er komen regelmatig nieuwe gebaren bij, bijvoorbeeld voor nieuwe woorden”, legt ze uit. “Het is dus belangrijk dat je de theorie en de gebaren goed kent en dat je kennis hebt van de dovengemeenschap."

 

Een lange adem

Gera vormt zelf een schakel tussen de ‘horende’ en de ‘dove’ wereld. In het dagelijks leven merkt ze dat er helaas nog veel obstakels zijn voor dove mensen. “Als ik bijvoorbeeld in de trein zit en er wordt iets omgeroepen, dan krijg ik dat niet mee. Ik zie dan ineens allemaal mensen uitstappen, maar ik begrijp niet wat er aan de hand is. Dat soort dingen kunnen nog veel beter”, vindt ze. “Mensen bellen mij soms ook op”, vertelt ze. “Maar daar kan ik natuurlijk niks mee, dus ik neem dan ook nooit op."

Naast haar werk als docente is Gera ook actief als vrijwilliger voor verschillende organisaties. Ze streeft ernaar om Nederland voor iedereen toegankelijker te maken. Ze is erg ambitieus om voor de dovenwereld nog verschillende doelen te bereiken. Zo droomt ze er bijvoorbeeld van dat Nederland het eerste gebarenland ter wereld wordt. “Om dat te bereiken moet er nog veel gebeuren, maar ik heb een lange adem”, zegt Gera vrolijk. Haar naamgebaar is niet voor niets ‘werken’.

 

 

Gratis Tablet incl. toetsenbord bij inschrijving

Daarom NHA

  • 15 dagen gratis op proef
  • Start direct met de cursus
  • Nu met gratis Taal-app 
  • Lesgeld terug als je niet slaagt
  • Gratis toegang tot de
    NHA e-bookbibliotheek
Op de hoogte blijven
Wil je als eerste op de hoogte zijn van de nieuwste opleidingen en het laatste nieuws? Schrijf je dan nu in voor de nieuwsbrief!
Succesvol aangemeld!